De Nederlandse schrijfster Jolien Janzing is een expert in de negentiende-eeuwse Engelse literatuur. Een fascinatie die te herleiden is tot een tijd in haar jeugd, toen ze voor het eerst Engelse klassiekers las van de zusters Brontë, Charlotte en Emily, Jane Eyre en Wuthering Heights. En hoewel het voor een vrouw die het grootste deel van haar leven in België heeft gewoond een vreemde zorg lijkt, vormt de ervaring van Janzing de basis voor haar meeslepende literaire werk Charlotte Brontë’s Secret Love, dat onlangs in het Engels vertaald is verschenen.
Oorspronkelijk gepubliceerd als Meester in 2013, concentreert Charlotte Brontë’s Secret Love zich op de periode (1840), waarin Charlotte en Emily Brontë woonden en werkten in Pensionnat Heger, een kostschool voor jonge dames in Brussel. Charlotte wordt verliefd op Constantin Heger, de echtgenoot van de eigenaresse van de school. Deze ellendige ervaring van onbeantwoorde liefde is een cruciale rode draad in het verhaal en wordt later de basis voor het karakter van Jane Eyre in Charlotte Brontë’s gelijknamige roman.
Feitelijke fictie
Dit boek is opgebouwd uit beschikbare informatie over de zusters Brontë en is verder verfraaid tot een leuk verhaal door het toevoegen van fictieve accenten om gaten op te vullen. De meeste personages en plaatsen zijn herkenbaar aan historische teksten. Zo zijn de brieven tussen Charlotte en Constantin in dezelfde toon en stijl geschreven als de oorspronkelijke brieven, maar niet de eigenlijke brieven. Ook de aanvullende verhaallijn van Koning Leopold die een buitenechtelijke relatie aangaat met de Brusselse tiener Arcadia Claret, bevat een royale mix van feit en fictie.
Die aloude duivel die liefde wordt genoemd
Charlotte’s interne strijd is de bron van spanning in de roman. Haar strijd begint met de beslissing om haar verlangen te volgen om te ontsnappen aan de grenzen en verwachtingen als dochter van een pastoor in het verarmde Yorkshire. Ze gaat in het buitenland studeren in de kosmopolitische stad Brussel. Bij haar aankomst op het internaat herinneren haar religie, kleding, taal en zus haar er voortdurend aan dat ze niet thuishoort in deze nieuwe wereld en dat haar voortbestaan afhankelijk is van de kracht van haar eigen karakter.
Verliefd zijn is voor Charlotte de drijvende kracht die haar door dagen van tegenspoed drijft. Veel lezers zullen het moeilijk vinden om te identificeren met de mannelijke listen die Constantin gebruikt om de jonge Charlotte te verleiden. Toch is haar dwangmatige behoefte om door hem erkend te worden, zelfs met het volle bewustzijn dat de situatie niet bevorderlijk is voor een relatie, bekend bij veel liefdesverhalen.
De locaties
Janzings’ beschrijvingen van cultuur, klasse en religie brengen de lezer tussen Brussel en de veengebieden van Yorkshire in de jaren 1840. Het contrast tussen de theehuizen en kleermakerijen die Arcadia en haar moeder bezochten (en de Belgische kades met mannen die voor Charlotte ruiken naar ‘een sterke geur van vis, zweet en koolsoep’, dat niet super goor vindt) is veelomvattend en toch naadloos geschreven.
Jolien Janzing schrijft al sinds haar tienerjaren. Ze woont nog steeds in België en werkt als journalist en romanschrijfster. Charlotte Brontë’s Secret Love is haar tweede roman. Prachtig vertaald in het Engels door Paul Vincent en is ook vertaald in het Duits, Frans en Turks. Het boek werd geselecteerd voor Books at Berlinale en de filmrechten op het boek zijn verkocht aan David P. Kelly Films.