De Nederlandse maagd: het lezen waard!

De Nederlandse maagd

Marente De Moor, geboren in 1972, is de dochter van schrijver Margriet de Moor en beeldend kunstenaar Heppe de Moor. Ze studeerde literatuur en Slavische talen aan de Universiteit van Amsterdam en verhuisde na haar afstuderen voor 10 jaar naar Rusland. Haar werk als columnist voor De Groene Amsterdammer en Vrij Nederland, is verzameld en gepubliceerd als respectievelijk De Peterburgse Vertellingen en Kleine Vogel, Grote Man.

Marente de Moor publiceerde in 2007 haar eerste roman De Overtreder. Haar tweede roman, De Nederlandse Maagd (2010), verkocht meer dan 70.000 exemplaren en ontving zowel de AKO Literatuurprijs (2011) als de EU Literatuurprijs (2014). Deze prijswinnende roman, vertaald in het Engels door David Doherty, verscheen eerder in 2016 bij World Editions onder de titel The Dutch Maiden.

De hoofdpersoon van de roman is Janna, een 18-jarige schermster. Vanuit haar huis in Maastricht wordt ze naar de Duitse stad Aken gestuurd, waar ze verblijft bij Egon van Bötticher, een Duitse aristocraat en schermmeester, die haar vader bevriende tijdens de Eerste Wereldoorlog. Janna komt in de zomer van 1936 in Duitsland aan, een periode van ontsteltenis met onopgeloste grieven uit de Eerste Wereldoorlog en de vroege basis was voor het politieke klimaat dat de Tweede Wereldoorlog zou doen laten ontstaan.

Talrijke thema’s en verhaallijnen lopen door de roman en overlappen elkaar in de levens van de hoofdpersonen. Egon werd tijdens de Eerste Wereldoorlog gered en naar een Nederlands ziekenhuis gebracht om te herstellen en geobserveerd te worden door Janna’s vader, een arts met een grote interesse in medische wetenschap. Deze relatie ligt niet aan de basis van een vriendschap, maar de reden waarom de mannen twee decennia later met elkaar verbonden blijven, is een van de raadsels die het verhaal doorkruisen.

Ook Janna’s relatie met Egon, een misvormde oudere man die de voorkeur lijkt te geven aan dieren boven mensen, is verbijsterend. De aantrekkingskracht van Egon, vooral omdat Jana in het constante gezelschap is van de bezitterige identieke tweeling Fredreich en Siegbert, die ook haar collega’s en schermpartners zijn, lijkt onwaarschijnlijk en wordt slechts ternauwernood verklaard door de auteur.

In het grotere geheel wordt in het verhaal de Duitse negatieve houding ten opzichte van de Nederlanders in de commentaren over Janna en haar vader blootgelegd. De wrijving binnen Duitsland wordt benadrukt door de aanwezigheid van Heinz en enkele leden van de congregatie Mensur, die zich in Egon’s nalatenschap verzamelen om zich over te geven aan deze verboden schermtraditie, die lichamelijke verwondingen probeert toe te brengen om moed op te wekken.

De Nederlandse Maagd heeft prachtig opgebouwde hoofdstukken, die in vertaling bewaard zijn gebleven. Het verhaal belooft de lezer mee te nemen op een reis die de personages en de redenen waarom ze doen wat ze doen, blootlegt en uitlegt. Deze beloften worden stilzwijgend nagekomen, en hoewel dit sommige lezers kan teleurstellen, lijkt het bijna een eigenaardig kenmerk van veel gewaardeerde Nederlandse auteurs. Een interessante, aanbevolen lectuur.